Biografie

Kees van Roemburg geboren te Amsterdam op 28 mei 1914 volgt zijn opleiding in Amsterdam aan de Kunstnijverheidsschool Quellinus en aan de Rijksacademie. Hij behoort met vakgenoten als Eppo Doeve, Frans Mettes en Cor van Velsen tot de belangrijkste affiche-ontwerpers van zijn tijd.

Kees richt in 1946 samen met Sam van Vleuten een eigen reclamebureau op in Den Haag, Libra Studio. In hun samenwerking tasten zij de grenzen af van wat er tot dan toe gebruikelijk is in de reclamewereld. Impressionistische krijttekeningen, montages van abstracte en figuratieve vormen, ongewone typografie, het lijkt Kees allemaal moeiteloos af te gaan. Zijn vriend Hermanus Berserik heeft ooit eens gezegd: “wat zijn ogen zien kunnen zijn handen op papier zetten”.

In 1954 gaan Sam en Kees samenwerken met Han Hünd en ontstaat het beroemde Haagse reclamebureau HVR. De R staat voor Roemburg en hij is het die met zijn aangeboren vormgevoel de toon zet. Hij is de ontwerper van de huisstijl van de allereerste Floriade die in 1960 in Rotterdam gehouden wordt: logo, affiches en drukwerk. Tot zijn ‘duurzaamste’ ontwerpen behoren het logo met de twee visjes van de Staatsloterij en het merkbeeld van de sigaret Caballero.

Zijn hart heeft altijd al gelegen bij de vrije schilderkunst en hij brengt vele vrije uren door binnen de muren van zijn atelier. Maar hij timmert met zijn vrije werk helemaal niet aan de weg, mede omdat hij veel van zijn talent kan ontplooien onder de paraplu van HVR. Gaandeweg kan hij zijn passie echter steeds minder kwijt in zijn grafische werk. De reclamewereld verzakelijkt en de charmante, sfeervolle illustraties die HVR toonaangevend hebben gemaakt, maken plaats voor de kleurenfoto’s; managers gaan de dienst uitmaken, een teken van die tijd. Kees verzet de bakens; in 1967 zegt hij het reclamebureau vaarwel. Later zegt hij daarover: 

‘ik heb mijn leven lang schilderijen gemaakt, ontwerpen moest ik voor het broodje. We hebben veel plezier gehad. En toen ik 53 was heb ik gezegd: jongens, hou je taai, ik ga alleen nog maar schilderen”.

Kees trekt zich terug in zijn atelier en weet er een rijk geschakeerde emotie gaaf en verinnigd uit te drukken. Zijn productiviteit is groot maar hoewel hij grote tentoonstellingen heeft in o.a. De Lakenhal in Leiden, Pulchri Studio in Den Haag en in het Gemeentemuseum Den Haag is zijn wil om werk ten toon te stellen nog steeds gering. Een behoorlijk aantal bewonderaars weet toch tot zijn atelier door te dringen en werk van hem te bemachtigen.

Schilderen was zijn passie en hij is zeer bevlogen geweest in het uitoefenen van zijn kunst tot aan zijn overlijden op 17 oktober 2002.

Top